Gevelmetselwerk in een vochtige zilte lucht klimaat neemt meer zout op afhankelijk van de porositeit van de baksteen en voegwerk. Zout trekt weer vocht aan en houdt deze langer vast.
Gebouwen met metselwerk langs de Noordzee kust zijn vaak extra kwetsbaar door aanwezigheid van zouten die in het metselwerk getrokken zijn of zouten die reeds aanwezig waren tijdens het bouwen en metselen met metselmortel (specie) destijds waarin duinzand werd toegepast als aggregaat. Het zeeklimaat met zilte lucht en seizoensgebonden terugkerende hoge luchtvochtigheid, zorgt dus voor langdurig vochtverzadigd metselwerk.
In een vochtig zilte lucht klimaat neemt baksteen en voegwerk meer zout op afhankelijk van de porositeit en ouderdom. Zout trekt weer vocht aan en houdt deze langer vast. De gevolgen van een langdurige en aanhoudende situatie met natte gevels zijn bekend; zoals het uitspoelen van bindmiddelen en verschralen van de mortel (degradatie) en het roesten van stalen ankers en/of profielstaal. De gevolgen bij spouwmuurconstructies zijn meestal het door-roesten van stalen spouwankers en het uitzakken van nat geworden isolatiematerialen met als gevolg thermisch warmteverlies.
Een indicatie van dat er zouten in gevelmetselwerk aanwezig zijn, kun je herkennen aan natte en droge delen in gevels langs de kust terwijl het enige tijd niet geregend heeft en dat gevels zijn vervormd (bolling of uitbuiken) en/of schoorstenen die niet meer recht staan.
Zouten in gevels van baksteen metselwerk blijven meestal inert door aanwezigheid van vocht, tenzij droge hete zomers, zoals in 2020 en 2021 (als de droging erg snel verloopt, dan verdampt het water al uit de steen en bereikt het meegevoerde zout dus niet het oppervlak) het vocht uit gevels doet verdwijnen en zoutkristallen gaan uitzetten met metselwerk vervormingen tot gevolg; omdat zoutkristallen toenemen in omvang en zodoende druk kunnen opbouwen tot wel 80 Bar oftewel 80 x 100 kPa (kilo Pascal).
Sinds 2022 en 2023 zien we meer schadegevallen van gevelmetselwerk langs kustgebieden.
Tegenwoordig zijn er beproefde systemen waarmee een teveel (overschot) aan zouten aan gevelmetselwerk onttrokken kunnen worden en een balans zal ontstaan waardoor de mogelijkheid zal voordoen om het gevelmetselwerk en voegwerk na enige tijd weer te kunnen herstellen op traditionele manier. Enkele weken na dit gevelherstel kan men al een systeem toe gaan passen waarmee de opname van zouten zal worden beperkt en/of kan worden gereguleerd met een langer behoudt van het gevelmetselwerk als resultaat.
Bij spouwmuurconstructies is het raadzaam om roestvaststalen renovatiespouwankers aan te brengen.
Metselwerk schade door indringing van chloride is niet eenvoudig te voorkomen. De schade is soms zichtbaar en meestal onzichtbaar aanwezig bij constructies aan zee en Nederlandse kuststrook met een breedte van circa 10 kilometer. Zout in combinatie met porositeit van metselwerk resulteert in ons klimaat niet direct in schade omdat grove poriën in machinale vormbak baksteen vocht kunnen opnemen en afstaan zonder belemmering. Overigens hebben verblend-strengpers-bakstenen/geglazuurde bakstenen kleinere poriën. Tijdens het bouwen in kustprovincies achtte men duinzand uit de directe omgeving geschikt als bouwmateriaal voor metselwerk. Duinzand is een fijn zand (kleine korrel) en bevatte van nature zouten waardoor bij deze toepassing hoeveelheden chloriden meteen in de gebouwschil constructie terechtkwamen. Het nadeel van fijn zand (aggregaat) in een legspeciemortel op basis van Portlandcement en kalk is dat deze in compact verdichte staat het vochttransport belemmerd en het metselwerk het vocht langer vast zal houden. Dit mechanisme is enerzijds gunstig in ons klimaat maar bij klimaatopwarming zullen schadebeelden ontstaan. Zoutkristallen blijven klein en inert binnen de baksteen en mortel poriën, totdat warme hete zomers plaatsvinden zoals enkele jaren geleden. Door lange hete zomers warmen gevels op, ontstaat meer druk door vochtdiffusie en droogt gevelmetselwerk meer uit, waardoor zoutkristallen kunnen groeien en vervormingen ontstaan. In situaties waar zonbeschenen gevelmetselwerk onvoldoende kan uitzetten zien we on-omkeerbare verplaatsing en vervorming met grenstoestanden en kans op bezwijken van gevelmetselwerk. Zeker als de spouwankers in slechte staat zijn. Daarnaast attenderen wij erop om gevelmetselwerk in kustgebieden niet te hydrofoberen en een voegmortel herstelmethode advies aan te vragen. (In dit artikel is beperkte informatie gegeven om binnen de scope te blijven).
Daarnaast zijn in de jaren 70 en 80 van vorige eeuw veelvuldig luchtbelvormers toegepast bij het aanmaken en mengen van de legspeciemortel (Darex luchtbelvormer mocht spaarzaam worden toegepast maar daar hield men zich meestal niet aan). Deze minuscule luchtbelletjes in de legspeciemortel werden niet opgevuld met watermoleculen en fungeerden als expansievaten waardoor vrijgekomen warmte en afgifte door de toepassing van Portlandcement het verhardingsproces versnelde. Het voordeel van een luchtbelvormer is het toelaten van het uitzetten en krimpgedrag van deze legspeciemortel. Een negatief effect is vermindering van hechting tussen mortel en baksteen en toenemen van zouten uitbloei, het positief effect van een luchtbelvormer is de vorstbestendigheid van een gevelmetselwerk oppervlak.