Koudebrug situaties

koudebrug situaties

Woonblokken die gebouwd zijn tussen 1900 en 1988 hebben veelal draagconstructies die doorlopen tot aan de oppervlakte van de gebouwschil. Dit geldt voor gevels van metselwerk en dus ook voor spouwmuurconstructies die sinds de jaren 30 van vorige Eeuw worden toegepast. Zo zijn bijvoorbeeld gevelbanden en lateien van beton die monolithisch verbonden zijn met achterliggende vloerconstructie en casco bedoeld om het bovenliggende metselwerk op te vangen. 

In de jaren 80 van vorige Eeuw begon men te experimenteren met het thermisch onderbreken van prefab betonconstructies die opgenomen worden in betonnen casco en vloeren. 

Een koudebrug is volgens bouwfysica een verbinding tussen de binnen en buiten -constructie van de gebouwschil die niet geïsoleerd en dus niet thermisch onderbroken is. Een koudebrug situatie veroorzaakt warmteverlies en kan zelfs voor vochtproblemen en vervolgschade zorgen aan de buitenkant, maar ook aan de binnenkant tot in het gebouw kunnen problemen ontstaan door condens met als gevolg schimmel op de muren en plafonds bij onvoldoende ventilatie.

Op bovenstaande afbeelding zie je o.a. uitkragende balkonplaten, gevelbanden en betonlateien die rechtstreeks verbonden zijn met achterliggende constructie en dus koudebrug situaties zijn. Een warmtescan en berekeningen bieden meer informatie over deze details waarmee eventuele beslissingen over welke maatregelen er genomen kunnen worden om later (na uitvoering renovatie en plan van aanpak bij verduurzamen) aan de eisen te kunnen voldoen.